Boompje, huisje, kindje, tuintje,... Als cijferprofessional
krijgt u ongetwijfeld wel vaker de vraag om raad bij de toekomstplannen van uw
klanten. Maar wat zijn nu de fiscale voor- en nadelen van huwen of samenwonen?
KVABB zet ze graag voor u op een rijtje, zodat u uw klanten
op een eenvoudige manier kan informeren.
Samenwonen?
Woont u samen op hetzelfde domicilieadres, zonder meer. Dan
bent u feitelijk samenwonend.
In dat geval dient elke partner zijn belastingaangifte apart
indienen in de personenbelasting en wordt elke partner ook apart belast.
Fiscaal gezien is er geen sprake van een band tussen de twee partners. U kunt
geen aanspraak maken op voordelen als de huwelijksquotiënt, noch kunt u een
loon toekennen aan uw partner. Daarenboven zijn er ook geen voordelen uit een
hypothecair krediet. Elke partner dient afzonderlijk rekening te houden met het
eigendomsaandeel in de woning.
Feitelijk samenwonen kan echter voordeliger zijn indien één
of elk van de partners ouder is met kinderen fiscaal ten laste. U geniet immers
van een hoger vrijgesteld deel van uw inkomend gezien u fiscaal beschouwd wordt
als alleenstaande. Daarenboven mogen uw kinderen ook meer bijverdienen alvorens
ze beschouwd worden als ‘fiscaal niet langer ten laste’.
Heeft u een verklaring tot wettelijk samenwonen
afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, dan bent u wettelijk
samenwonend.
Wettelijke samenwoners worden volledig gelijkgesteld met
gehuwden sinds het inkomstenjaar 2004. Deze ingreep in het Wetboek Inkomensbelasting
dient er mee voor te zorgen dat bepaalde samenlevingsvormen fiscaal neutraal gemaakt
worden.
Bij wettelijk samenwonen worden de inkomsten en de belasting
afzonderlijk bepaald, maar wordt u wel degelijk samen met uw partner
gezamenlijk belast. De huwelijksquotiënt is van toepassing, u kan een loon
toekennen aan een meewerkende partner en de uitgaven met betrekking tot het
hypothecair krediet kunnen beter worden verdeeld.
Het grootste nadeel bij wettelijk samenwonen is de
voorwaarden voor het verhalen van belastingen. De wetgeving voorziet dat het
deel van de belasting die voortkomt uit belastbaar inkomen van één van de
wettelijk samenwonende partners uit het inkomen van één van de wettelijke
samenwonende partners kan verhaald worden op alle eigen goederen en op de
goederen in onverdeeldheid. Het samenlevingscontract waarin het samenwonen
wordt geregeld is bij deze niet van tel.
In bepaalde gevallen is er toch sprake van een afzonderlijke
belasting. De gemeenschappelijke belasting wordt in het geval van wettelijk
samenwonen niet toegepast in het jaar waarop de verklaring tot wettelijke
samenwoning plaatsvindt, het jaar volgende op een feitelijke scheiding en voor
zover de feitelijke scheiding effectief is blijven duren tijdens dat belastbaar
tijdperk en ook in het jaar van de stopzetting van het wettelijk samenwonen.
Stapt u in het huwelijksbootje, dan is er sinds
inkomstenjaar 2004 een volledige decumul van uw inkomsten. Concreet: voor de
berekening van de inkomstenbelasting worden de inkomsten van de echtgenoten
niet langer samengevoegd. Er is nog steeds sprake van één belastingaangifte,
maar het belastbaar inkomen en de berekening van de belasting gebeurt
gescheiden.
Het is nog steeds mogelijk om inkomsten en/of uitgaven
tussen echtgenoten aan elkaar over te dragen.
1.
Het huwelijksquotiënt
Hierbij wordt een deel van de
beroepsinkomsten van de ene partner overgedragen aan de andere, indien die zelf
weinig beroepsinkomsten heeft. Die gelimiteerde inkomsten mogen slechts 30
procent bedragen van de totale beroepsinkomsten van de twee echtgenoten. Bij
een huwelijk wordt een deel van de inkomsten van een partner overgedragen aan
de andere en belast aan een lager tarief. Indien die echtgenoot niet wordt
belast op de eigen inkomsten, zal dit deel zelfs worden onderwerp zijn van een
belastingvrije inkomstenschijf.
2.
Meewerkende echtgenoot
Wanneer de echtgenoot helpt bij het
zelfstandig beroep van de andere echtgenoot is het mogelijk om die echtgenoot
een loon toe te kennen. Die moet overeenstemmen met een normale vergoeding voor
het geleverd werken en is beperkt tot 30 procent van de inkomsten van de
zelfstandige echtgenoot. Kunt u bewijzen dat het aandeel recht geeft op een
groter deel dan kan de ‘meewerkende’ echtgenoot een verloning krijgen die
groter is dan 30 procent. Dit kan zorgen voor een verlaging van de fiscale last
van een koppel.
3.
Fiscaal voordeel uit een hypothecaire lening
Hierin zijn twee situaties mogelijk:
a.
Verdeling van de interesten en/of terugbetaling
van kapitaal tussen de 2 echtgenoten dient te worden geoptimaliseerd, zonder
dat er rekening wordt gehouden met ieders eigendomsaandeel in het goed.
b.
Wanneer één van de huwelijkspartners geen
professionele inkomsten kan er dan in principe geen aanspraak worden gemaakt op
voordelen, aangezien die uitgaan van het bestaan van inkomsten. De partner
zonder inkomsten kan dan eventueel wel voordeel halen op basis van de fiscale
overdracht van inkomsten uit het huwelijksquotiënt of door de toekenning van
een loon als meewerkende echtgenoot.
Let op: hoofdelijke aansprakelijkheid voor
belastingsinning!
Een gemeenschappelijke belasting betekent ook hoofdelijke
aansprakelijkheid voor de fiscale schulden. De wet voorziet dat de belasting of
het deel van de belasting dat voortvloeit uit het belastbaar inkomen van één van
de echtgenoten, en dat ongeacht het huwelijksstelsel, verhaald kan worden op
alle eigen goederen en op het gemeenschappelijk vermogen van beide echtgenoten.
In bepaalde gevallen wordt u als gehuwd koppel toch
afzonderlijk belast. Echtgenoten worden
niet gemeenschappelijk belast in het
jaar van de huwelijksvoltrekking, het jaar dat volgt op het jaar waarin zich
een feitelijke scheiding heeft voorgedaan en voor zover de feitelijke scheiding
effectief is blijven duren tijdens dat belastbaar tijdperk en ook in het jaar
van de ontbinding van het huwelijk of van de scheiding van tafel en bed.